Carissima sorella mia,

Vandaag maakten we een tochtje naar de nabij gelegen regio Basilicata. In Zuid Italië hoef je vaak maar een kilometer of 20 te rijden of het landschap ondergaat dramatische veranderingen. Bij ons in Martina Franca is het voornamelijk nog lieflijk en glooiend maar dat verandert al snel in de buurt van Massafra, waar je de hoogte in gaat, waar de de aarde op verschillende plaatsen opensplijt en als kilometerslange canyons naar zee loopt. Van Massafra reden we door naar Metaponto, dwars door uitgestrekte sinaasappelboomgaarden met de blauwe zee op de achtergrond. Het doel was het stadje Tursi. Dat was ons door een vriend aangeraden omdat het voor een deel uit grotwoningen bestaat en bovendien op de top van een berg ligt en een van oorsprong Arabisch, kashba- achtig centro storico heeft. Vanuit de hoogte zagen we een paar bloedstollende panorama’s. Een paartje reusachtige wouwen doorbrak de stilte en voerde schreeuwend duikvluchten uit langs de rotswanden. Ik had honger. Een oud mannetje verwees ons naar een restaurant dat volgens hem niet duur, maar wel goed was. “Limoncello” heette het en het bevond zich beneden in het dal achter een benzinestation. “Hier worden we getild” zei Anna met een snelle blik op de gevel en op de tafeltjes. Servetten waren kunstig maar vooral hoopvol rechtop in de glazen geplaatst.  “Ach kom, dat valt vast mee” zei ik. “Er eten hier vast ook allemaal vrachtwagenchauffeurs en die zijn heel kritisch.” Mijn redenering was voornamelijk ingegeven door honger, want ook ik zag de lege stoelen, de foute schilderijen aan de wand en vooral: we roken niks. “Een welwillende jongen verzekerde ons dat ze enorm hun best voor ons gingen doen en ik deed alsof ik hem geloofde. Ik wilde eten. We kregen elk een bordje met vleeswaren. Fijne, maar wel twee maanden terug bij de Lidl gekocht en na uit hun plastic verpakking te zijn bevrijd behoorlijk vergeeld en opgedroogd in de ijskast. Ook verscheen er een kommetje met paprikaprut, drijvend in ranzige olijfolie. Gelaten onderging ik de dodelijke blikken van Anna. “Waarom luister je nooit naar me? Ik heb je al duizend keer gezegd: als je in een restaurant komt en je ruikt niks ga er dan niet eten!” Ze pakte een plakje salami en wierp het demonstratief terug op het bord. “Ik ga net zo lief in de auto zitten wachten tot jij hier klaar bent” zei ze.”Dat is wreed” zei ik. “Nee, dat je me dwingt hier te eten, dàt is wreed!” De jongen nam het volle bord van Anna weg met een verontschuldigend gebaar. Hopelijk vindt u de spaghetti met zeevruchten wèl lekker, mompelde hij. “Daar kan je weinig aan verpesten” antwoordde ze. Inderdaad kon haar spaghetti er mee door, terwijl mijn gefrituurde vis overduidelijk vanuit de vrieskist via de magnetron op mijn bord was beland en nergens naar smaakte. “Mag ik u dan tenminste een sorbet van het huis aanbieden die mijn moeder zelf gemaakt heeft?” smeekte de jongen terwijl hij tranen uit zijn ogen wiste. Ik dronk het glaasje met mierzoet zeepsop moedig leeg, terwijl Anna zoekend rondkeek. “Was er maar een plant waar ik het in kon kieperen,” zei ze. In de hoek achter ons stond een klassieke gitaar, aan de wand hing een lampje. Anna verwisselde haar volle glas met het mijne. Ik wilde mijn servet er overheen leggen zodat de jongen het niet zou zien. “Hij ziet het toch,” zei Anna. “Ook al zegt hij Sim Sala Bim”.

Tanti baci,

Frans

Ciao fratello,

Ik verbeeld me ook, net als Anna, dat ik altijd aan de buitenkant van een restaurant al kan zien of het eten teleurstellend zal zijn. En als ik twijfel, is een blik op de menukaart meestal voldoende. Hoe minder er op een kaart staat, hoe groter de kans dat het eten goed is. Laat alle hoop varen bij woorden als: trio- of duet van, op een bedje van, carpaccio van (iets anders dan ossenhaas), op drie manieren of huisgemaakt. Overigens is het niet zo heel moeilijk in te schatten of je een restaurant niét lekker gaat eten, veel moeilijker is het om zeker te weten dat het wèl de moeite waard zal zijn. Er zijn tegenwoordig verraderlijk leuk aangeklede restaurants, waar ze dan toch van goed koken minder kaas hebben gegeten. Aan de andere kant heb ik de laatste tijd in een ogenschijnlijk simpele trendy strandtent, weer ongenadig lekker eten. Ik noem als voorbeelden: Paviljoen West aan zee op Terschelling, Hemingway’s Beach restaurant in Bergen aan zee en Barbarossa Beach in Scheveningen. Als je me nu naar één van die drie mee zou willen nemen, zou ik onmiddellijk zeggen: gráág!

liefs

Karin

Zucchine ripiene vegetariane – Vegetarische gevulde courgettes

Voor 4 personen

Ingrediënten:

  • courgettes – 4 redelijk grote
  • zongedroogde tomaten – 85 gram
  • broodkruim – 100 gram
  • uien – 50 gram, liefst kleine rode
  • Parmezaanse kaas – 100 gram. geraspt
  • tijm – een handvol blaadjes
  • olijfolie – 20 gram
  • zout, peper

Aanwijzingen:

Was de courgettes, snij de uiteinden eraf en snij ze in de lengte doormidden. schraap zo veel mogelijk vruchtvlees uit de courgettes, met een mes of een speciaal daarvoor geschikt lepeltje, zonder dat de schil kapot gaat.

Hak het vruchtvlees grofweg met een mes of de mezzaluna en hou het apart. Hak het uitje fijn en fruit het in wat olijfolie tot het kleur krijgt. (een minuut of 5). Voeg het vruchtvlees van de courgettes bij het uitje in de pan en laat alles gedurende 10 minuten zachtjes stoven. Laat het mengsel afkoelen en hak het fijn, eventueel in een keukenmachine. Hak de zongedroogde tomaatjes fijn en doe ze, samen met de tijm, het broodkruim en de Parmezaanse kaas bij het mengsel. Roer alles goed door elkaar. Leg de courgettehelften op keukenpapier of in een ingevette ovenschaal. Verdeel het mengsel met behulp van een lepel over de courgettes en zet ze een half uur in de oven op 200 C°. Serveer warm