01-03-2014 07:27:00 door Nicola Difino, food DJ nicola-difino-

Voordat  we ons in het eindeloos uitgestrekte  woud van (nieuwe)  eetgewoontes  begeven , wil  ik graag iets duidelijk maken over wat smaak is en hoe we haar  beleven.  Voedsel  is niet alleen bouwstof voor ons lichaam maar laat ons bovendien emoties (her)beleven en bepaalt hoeveel wij ergens van  genieten.  Als we het over eten hebben associeren we dat automatisch  met  onze mond,  maar in werkelijkheid gebruiken we eerst twee andere zintuigen: onze ogen  en onze neus.  De Japanners bijvoorbeeld  leren ons dat kleur, vorm, afmeting en textuur  de  allerhoogste rol spelen bij het proeven van een gerecht. Het is belangrijk om bij het koken rekening te houden met deze factoren. Stel dat we bijvoorbeeld  pasta met  kikkererwten klaarmaken en deze  in een heel gewoon bord op tafel zetten. Vervolgens zetten we daarnaast een op geraffineerde wijze gedecoreerde kom,  vullen deze  ook met  pasta met kikkererwten en  versieren deze  met een lijntje geurige olijfolie, wat vers gemalen peper en een takje rozemarijn.  Deze  laatste versie heeft op ons een heel ander, veel stimulerender effect.  We genieten  ongetwijfeld  meer doordat we het oog strelen wat eerst  -fisiologisch gesproken-  onze speekselklieren  in werking stelt (“het water loopt me in de mond”) en vervolgens onze maagsappen, die het voedsel gaan verteren.  Eigenlijk eten we al met onze ogen: onze  “smaakpupillen”  komen in actie.  De geur van wat we gaan eten heeft eenzelfde soort  effect. Zodra we iets lekkers ruiken worden  er 350 reukreceptoren actief die ons in staat stellen 10 duizend geurnuances te onderscheiden. Volgens neurowetenschappers  gaat  95% van onze smaakbeleving  via de neusreceptoren. Dat verklaart ook waarom we bijna niks proeven als we verkouden zijn. Nu kunnen we eindelijk het eten in onze mond nemen en wat proeven we? Smaak? Nee, nog niet. We worden ons eerst bewust van de consistensie en de temperatuur van het eten.  Het  wordt algemeen aangenomen dat onze tastzin  het meest in onze vingertoppen zit maar het grootste deel van onze receptoren zit in het slijmvlies van lippen en mond -misschien is kussen daarom prettiger dan strelen- hier worden we ons bewust van de consistentie van ons voedsel, wat vervolgens bevestigd wordt door het te kauwen.  Hoe is het? Al dente? Elastisch? Romig? Homogeen? Krokant? Als het krokant is moet het “krok”! zeggen.Op deze manier  komen we erachter of ons voedsel vers is, of dat wat we eten in orde is of niet. Als onze chips, onze appel of ons koekje geen “krok”!  zegt smaakt het ons niet meer.  Als ons eten geen “geluid” meer maakt  ervaren we het op een andere manier. Onze hersens geven het dan een andere “smaak”.  Zo zijn we nu dan eindelijk toch bij onze  echte proefervaring aangekomen: de sintese van onze zintuigen en daarom zo veelbetekenend.  De  smaakpapillen  op onze tong en de lucht die tijdens het kauwen door onze mond beweegt  stellen ons in staat een verse aardbei  te proeven of een stuk vanilletaart, een entrecote van de grill, een bord penne met verse tomaat en basilicum, gefrituurde visjes , kaas, wijn.  Kortom , voor het genieten van voedsel hebben we al onze zintuigen nodig, vooral het narcistische en zelfbevredigende deel daarvan.