Carissima sorella mia,

Eigenlijk hadden we nooit echt lekker gegeten in Ostuni. Deze bijzondere stad ligt niet ver bij ons vandaan en ook dicht bij zee en is een beetje toeristisch. Misschien dat er daarom nogal veel fastfood tentjes en relatief dure restaurants zijn. Maar als iemand ons vraagt: wat moet je gezien hebben als je in Puglia ben geweest, dan staat “de witte stad” toch hoog op ons lijstje.

Laat je auto achter op een van de parkeerplaatsen aan de voet van de heuvel waarop Ostuni is gebouwd en begin langzaam de tocht naar boven. Die voert je door mysterieuze straatjes waar achter iedere hoek een ander fraai plekje ligt verborgen. Een met bloemen en planten versierde binnenplaats of een eeuwenoud winkeltje. Of een net iets te duur restaurantje dus en daar gaan we vanzelfsprekend niet naar binnen, al hangen er nog zulke mooie geraniums voor de deur. Die hoge prijs is immers geen garantie voor lekker eten, integendeel. Intussen wordt het uitzicht vanaf de stad, hoe hoger je komt, steeds adembenemender. Je ziet uitgestrekte velden vol minuscuul geworden olijfboompjes en daarachter een eindeloze, glinsterende zee. Op de top van de heuvel aangekomen kun je uitrusten, een ijsje eten en de kerk met een bijzonder rozet bewonderen.

Toch aten we vorige week heel lekker in Ostuni en dat was te danken aan Annett en Rosanna, onze dierbare vriendinnen, die vlakbij, in een mooi, landelijk gebied een fijne minicamping runnen: Piazza Azzurra.

Ze namen ons mee naar “Il fienile” (de hooischuur) een restaurant net buiten de stad. In de zomer kun je er buiten tussen de olijfbomen zitten en genieten van het uitzicht, maar wij zaten nu binnen. In het mooi gerestaureerde gebouw werden we bediend door de vriendelijke eigenares. Ze bracht ons fraai vormgegeven en smakelijke antipasti. Daarna het hoofdgerecht. Anna at een stuk vis dat zo lekker was, dat ik aan de kok (de echtgenoot van de vriendelijke eigenares) vroeg hoe hij ‘m dat geflikt had. Hij liet me een apparaat zien waarin hij de vis “sous vide” had gekookt. Ik kende dat begrip niet, maar ik heb me er een beetje in verdiept en het is een interessante methode. Het komt er op neer dat je dat wat je wilt koken eerst luchtdicht verpakt en daarna in kokend water legt om te laten garen. De smaak blijft op die manier bijzonder goed behouden. Ik heb een machientje om voedsel vacuüm te verpakken, maar als je dat niet hebt kun je ook zo’n zakje nemen wat je dicht kunt strippen. Er is ook een filmpje over. Kooktijden kun je in allerlei op internet circulerende tabellen opzoeken.

Tanti baci,

Frans

Ciao fratello,

In Nederland is sous vide koken very trendy. Ik zou bijna zeggen, jammer dat ze ook in Puglia erin meegaan, maar dat is natuurlijk onzin. Iedere kooktechniek verdient het om geprobeerd te worden, trendy of niet. En waarom zouden we Puglia buiten de vaart der volkeren willen houden? Ik was van de week bij een promotiebijeenkomst over Puglia, want het wordt nu toch echt voor steeds meer mensen een serieuze vakantiebestemming. Een delegatie Italianen reisde naar Brussel, Parijs en Amsterdam om reizen te verkopen en pers te informeren. Ben benieuwd of je er iets van gaat merken.

Iets heel anders: Heb jij walnoten? Ik hoop het, want ik heb een fantastisch recept voor walnotentaart voor je. Ik kreeg een fikse punt bij onze tante Martine, die de taart gemaakt had met zelfgeraapte noten en ik denk je het verschil kunt proeven. Verse walnoten zijn sappiger en smakelijker dan de keurige, lang gedroogde noten die je doorgaans in de winkel koopt. Niet voor niets staat in een goed recept altijd dat je de walnoten (en hazelnoten) altijd even kort in de koekenpan moet verhitten voor je ze gebruikt.

Tante haalde het recept gewoon van Smulweb, hoe vind je die?

liefs

Karin

Torta di noci svizzera- Zwitserse walnotentaart

Voor 4 personen

Ingrediënten:

  • Voor het deeg:
    • koude boter – 150 gram
    • eieren – 1
    • suiker – 90 gram
    • bloem – 240 gram
    • zout – een mespunt
  • Voor de walnotenvulling:
    • slagroom – 200 ml
    • suiker – 150 gram
    • honing – 50 gram
    • walnoten – 150 gram gepelde (liefst vers, anders even verhitten in een koekenpan)
    • boter – 30 gram
    • zout – een mespunt

Aanwijzingen:

Begin met het deeg. Snij de boter in kleine stukjes. Boter, suiker en zout door elkaar kneden. Bloem en ei toevoegen. Doorkneden tot je een mooi glad deeg krijgt. Als het aan je handen blijft plakken dan wat bloem toevoegen. Als het te droog is een klein scheutje melk erbij. Deeg in plastic folie een uurtje koel wegleggen.

Voor de vulling: slagroom, suiker en honing langzaam roerend aan de kook brengen. Walnoten grof hakken. Gehakte walnoten met zout en boter toevoegen aan de slagroommassa. Nog 3 minuten zachtjes koken. Daarna laten afkoelen.

Oven voorverwarmen op 180 graden. Een lage taartvorm invetten en met bloem bestrooien of met bakpapier bekleden. Deeg iets groter uitrollen dan de grootte van de bakvorm. Bakvorm met deeg bekleden, goed tegen de rand aandrukken. Lauwwarme notenmassa over het deeg verdelen. Op de onderste richel in de voorverwarmde oven zetten en 40 tot 50 minuten bakken tot het deeg van de taart goudbruin ziet . Wordt de notenmassa tijdens het bakken te bruin, dan afdekken met aluminiumfolie.