Ciao fratello,

Dank voor de mooie paarse knoflook die je met moeder als koerier naar mij toe liet komen. Meteen een teen in de pan gedaan, wat een geur ! Zo vind je ze hier echt niet. Ik had net de eerste tuinbonen geplukt en daarvan met room, spek, bonenkruid en peterselie een pastasaus gemaakt. En dan dus die knoflook. De boontjes waren nog zo klein dat je ze rauw kon eten. Ik herinner me dat we een keer in Cinqueterre wandelden, langs de kust bij Genua, en toen in een enoteca wijn dronken en daar gewoon een mandje fave –tuinbonen- bij kregen. Om zelf te doppen en zó op te eten, met een stukje pecorino erbij. Ik ontdekte toen dat rauwe bonen echt zoet kunnen smaken. Bij jou is de tijd van jonge fave alweer voorbij denk ik, maar hier gelukkig nog niet. Maak jij wel eens crostini met tuinbonenpuree? Een mooie manier om grote of duffe tuinbonen te verwerken. Je kookt de bonen een minuut of vijf en pureert ze (als het buitenste vliesje erg taai is, dat er eerst afdoppen) met citroensap, en -rasp, peper, zout, muntblaadjes en een flinke scheut olijfolie.

liefs

Karin

Carissima sorella mia,

Voor Anna en mij is het altijd een genoegen om moeder hier een weekje te logeren te hebben, niet in de laatste plaats omdat ze flink meehelpt in de tuin. Wij noemen haar ‘onze Albanees’, omdat ze heel veel werk verzet tegen een uiterst schamel uurloon (in haar geval zelfs nul eurocent). Deze keer kon ze zich uitleven op een stukje land dat een maand geleden nog vol met wilde braamstruiken stond. Jij bent misschien blij met een braam op je erf, maar bij ons is er sprake van een ware plaag. Ze nemen bezit van alle grond waar we eigenlijk andere planten hadden willen laten groeien; bovendien blijven hun vruchten klein en hard vanwege de droogte. Ik heb een kleine tractor met daarachter een frees, en daarmee had ik een heleboel braamstruiken zo’n beetje  verpulverd, maar tussen de tomatenplantjes die we vervolgens in de omgeploegde aarde hadden gezet piepten weer massa’s jonge braampjes tevoorschijn. Omdat ze zo teer zijn laten ze zich makkelijk verwijderen. Je moet ze vlak boven de grond tussen duim en wijsvinger beetpakken en ze dan voorzichtig van de oude wortelstok trekken. Niet te hard, anders breken ze halverwege af.  Een behoorlijk vervelend werkje, maar de Albanees gaf er zich met ongekende ijver aan over. Misschien kwam het omdat ik net een boek over slavernij had gelezen, maar toen ik haar zo bezig zag kwam er een satanische gedachte bij mij op: deze goedkope kracht kon ik nog beter uitbuiten door haar die jonge braamscheuten te eten te geven. Ik herinnerde me vaag dat ik ooit had gelezen dat je er risotto mee kon maken. Ze zagen er eigenlijk best lekker uit, tenminste zolang ze nog geen doornen hadden ontwikkeld. Ik ging op zoek naar een recept en op een Italiaanse internetsite vond ik een fantasievol rijsttaartje met bramenscheuten en rozenblaadjes. Het is buitengewoon lekker, eigenlijk iets té voor een slaaf.

Tanti baci,

Frans

Timballini con germogli di rovo e petali di rosa rossa – Rijsttaartjes met bramenscheuten en rode rozenblaadjes
Voor dit recept heb je twee kleine taartvormpjes nodig of ovenvaste kommen.

Ingrediënten:

  • rijst – 250 gram rondkorrelige , (bijvoorbeeld arborio of carnaroli)
  • jonge bramenscheuten – een flinke handvol
  • ui – een halve gesnipperde
  • olijfolie – twee eetlepels
  • rode rozen – minstens twee
  • gember – een halve eetlepel vers geraspt, of gemberpoeder
  • nootmuskaat
  • zout, peper
  • eierdooier – 1
  • boter – een halve eetlepel
  • paneermeel – drie eetlepels
  • citroen – geraspte schil van een halve

Aanwijzingen:

Fruit de gesnipperde ui tot hij mooi goudbruin is. Haal de harde steeltjes van de bramenscheuten af zodat je alleen de jonge zachte blaadjes overhoudt. Was ze in koud water, doe ze met aanhangend water bij de ui en laat ze een half uur mee fruiten. Kook intussen de rijst in ruim water met een theelepel zout en de blaadjes van één roos. Giet de rijst af als hij bijna gaar is en laat afkoelen. De ui en de bramenscheuten ook af laten koelen en fijnhakken met de mezzaluna of keukenmachine. De rijst in een kom doen en er de bramenscheuten doorheen mengen. Voeg de eierdooier toe, de geraspte kazen, de gember, de nootmuskaat en de citroenrasp. Meng alles goed door elkaar. Verhit de oven op 180°. Vet de taartvormpjes in met olijfolie en strooi er paneermeel in. Vul ze voor de helft met het rijstmengsel en strooi daar een laagje rozenblaadjes over. Daarop weer een laag rijst die je bestrooit met geraspte kaas. Vul de vormpjes verder helemaal tot de rand met rijst. Druk het mengsel goed aan. Zet de vormpjes ongeveer 20 minuten in de oven. Als het te hard gaat, een blaadje aluminiumfolie erover. Laat ze iets afkoelen en draai ze om op een platte schaal. Versier elk taartje met een rode roos.