Ciao fratello,

De oogst uit mijn moestuin is top. Ik ben blij dat ik niet al teveel kool en sla heb geplant, want het is in één keer allemaal booming. Het meest wonderbaarlijk vind ik de broccoli. Ik had eigenlijk geen idee hoe dat groeit, maar ik zie nu dat de struikjes als bosjes bloemen tussen de stevige, paarsgroene bladeren zitten. Ik ga niet wachten tot ze zo groot zijn als in de winkel. Klein zijn ze vast lekkerder. Net zo goed als andijvie veel zachter smaakt, wanneer het nog geen enorme struik is. Lekker en zó klaar is ‘andijvie met chorizo’. Ik snij de struik in reepjes. Dan was ik de stukjes en centrifugeer ze (anders wordt het te nat in de pan). Beetje olie en een klont boter in een diepe koekenpan heet laten worden. Een paar plakjes chorizo klein snijden en aanbakken. Andijvie erbij en omscheppen tot het groen gaat slinken. Deksel op de pan, vuur uit, en de groente nog even laten garen. Opdienen met een beetje grof geraspte Parmezaan.

Liefs

Karin

Carissima sorella mia,

Zoals ik je vertelde zijn we met een enorme klus bezig: het bewoonbaar maken van een trullo die jarenlang heeft leeggestaan, of liever gezegd heeft vol gestaan met alle mogelijk denkbare rotzooi. Delen van sommige muren zijn ingestort en het vereist vakmanschap om ze weer op te bouwen, want ze bestaan uit grote blokken steen die één voor een met de hand zijn bewerkt en zonder cement zijn gestapeld. Er zijn wel oude Pugliese mannetjes die deze kunst nog verstaan, maar die vragen een hoge prijs. Gelukkig zijn er ook Albanese immigranten die het vak hebben geleerd (in Albanië zijn namelijk hele steden op de trullo-manier gebouwd) en die zijn aanmerkelijk goedkoper. De twee mannen die het werk kwamen bekijken waren vrolijk en aardig en ze werden helemaal enthousiast toen Anna een album tevoorschijn toverde met foto’s van haar reis naar Albanië, achttien jaar geleden. Ze vertelde dat de reis met de boot niet de beloofde zes maar twaalf uur had geduurd. Toen het schip eindelijk aankwam in de haven was er geen aanlegsteiger beschikbaar, zodat de passagiers beleefd verzocht werden het schip met een touwladder te verlaten en het laatste stukje naar de kade door zee te waden. Ze huurde een auto en toen ze een paar kilometer richting het binnenland had gereden, stond er een politieagent te liften. Nadat hij was ingestapt vroeg hij of ze een beetje wilde doorrijden, want hij zat achter een boef aan. Anna was geschokt door de povere omstandigheden waarin de mensen leefden. De vrouwen hadden als keuken niet meer dan wat houten kratjes en een paar kranten op de vloer. Toch wilden ze een feestmaal voor Anna bereiden en ter ere van het feit dat ze Italiaanse is hadden ze spaghetti gemaakt. Ze visten de slierten pasta met een pollepel uit een grote pan waarin ze een uur lang hadden liggen koken. Een groot stuk vlees was gedurende een halve dag gestoofd in een kilo boter. Bij de maaltijd werd grappa gedronken. De vrouwen mochten niet samen met de mannen aan tafel en moesten op de keukenvloer eten, maar Anna –die als eregast wel aan tafel mocht– eiste dat de vrouwen dat dan ook mochten. Onze Albanese werklui hoorden de verhalen glunderend aan. Ze hebben alle muren in twee dagen opgebouwd en je ziet niet meer waar hij was ingestort. Aan een van hen vroeg ik een typisch Albanees recept. Hij moest behoorlijk lang nadenken, maar gaf me toen het onderstaande gerecht.

Tanti baci,

Frans

Tave balte – Albanees gerecht in terracotta

Voor 4 personen

Ingrediënten:

  • kalfsvlees – 800 gram
  • ui – 1 grote
  • paprika – 1 halve
  • tomaat – 1 grote rijpe
  • ricotta (of hüttenkäse) – 200 gram
  • feta – 50 gram
  • Parmezaanse kaas – 50 gram
  • witte wijn – 1 glas
  • boter – 80 gram
  • bloem – 1 eetlepel
  • knoflook – 1 teen
  • peterselie
  • Spaanse peper
  • bouillon – 1 kopje

Aanwijzingen:

Maak de ui schoon en hak hem fijn. Snij de paprika in kleine blokjes. Maak het vlees schoon met keukenpapier en snij het ook in blokjes. Fruit de ui en de paprika in olijfolie en wat boter. Als de ui begint te kleuren het vlees erbij en dit op hoog vuur, snel laten bruinen. De witte wijn erbij gieten en laten verdampen. Doe de tomaat in kleine stukjes gesneden bij het vlees en het kopje bouillon. Vuur laag en laten sudderen tot het vlees zacht wordt. Maal ondertussen met een staafmixer de knoflook met wat olijfolie en Spaanse peper heel fijn. Smelt de overgebleven boter in een pannetje, doe daar vervolgens de bloem bij en laat die enigszins kleuren. Draai het vuur uit en voeg de verschillende kazen bij de boter en het meel. Doe dit mengsel vervolgens bij het vlees en een eetlepel olijfolie met knoflooksmaak. Voeg wat verschillende kruiden toe zoals peper, Spaanse peper, rozemarijn, oregano, peterselie, en 2 blaadjes laurier. Doe het mengsel in een terra cotta pan (of kleinere eenpersoons pannetjes en zet ze in de oven op 250° gedurende 20 à 25 minuten.