Carissima sorella mia,
De vrolijkste vriend (ik schreef je al eens over hem) die ik heb is Ed. Vreemd, want hij heeft wat mij persoonlijk het meest frustrerende beroep lijkt: hij proeft wijn. Om dat goed te doen en om niet dronken te worden moet je namelijk alles weer uitspugen. Doodzonde. Maar Ed lijdt daar dus niet onder, integendeel. Hij beschrijft zichzelf als “robuust en frivool”, alsof hij ook zichzelf geproefd heeft. Het sterkt me in de overtuiging dat een sommelier behalve over een goed geheugen en een perfect ontwikkelde smaakzin, vooral ook over een eindeloze fantasie moet beschikken om steeds weer al die verschillende smaken te beschrijven. Of Ed ook “rond op de tong” is weet waarschijnlijk alleen zijn vrouw Monique. Wel is hij (net als ik) een beetje koppig. Ed legt zich toe op het importeren van biologische wijnen (waarvan er in Italië gelukkig steeds meer te vinden zijn) en hij kwam samen met Monique een paar dagen bij ons logeren. Ze wilden een paar bio-wijnboeren bij ons in de buurt bezoeken. Eén keer mochten we met hem mee en dat kwam goed uit, want we hadden enorm veel zin in een uitje. We reden de prachtige weg van Martina Franca naar Noci. Het landschap is minder ruig dan bij ons, maar er zijn wel veel sprookjesachtige bossen die worden afgewisseld met glooiende, in deze vroege lente bont gekleurde weilanden. Kersenbomen in bloei, veel grazend vee. Van Noci naar Gioia del Colle. Ik weet pas sinds kort dat hier oorspronkelijk de primitivo vandaan komt, de wereldberoemde, zeer krachtige wijn die meestal met de plaats Manduria wordt geassocieerd. Van Gioia naar Cassano en van daaruit nog een kilometer of 5 en we waren bij “Tre pini”: wijnhuis en tevens agriturismo. Rocco heette ons welkom. Hij kende Ed al van een wijnbeurs in Duitsland en was blij dat hij ons zijn wijn kon laten proeven waar hij zo trots op is. Dat ging bovendien het beste, vond hij, met wat lekkere hapjes erbij, die door zijn moeder waren klaargemaakt. Zoals eigenlijk altijd hier in Italië was ik voornamelijk verbaasd dat zo’n plek echt bestaat. In the middle of La Murgia, zulke lieve mensen, zulk lekker eten, zo’n goed verzorgde cantina en vooral zo’n fantastische kwaliteit wijn. Rocco is pas vijf jaar geleden begonnen, maar zijn Riserva heeft nu al drie rode glaasjes van de Gambero Rosso gekregen. Volkomen verdiend!
Tanti baci,
Frans
Ciao fratello,
Ik kan me voorstellen dat je wel eens zin hebt in een uitje, als je in zo’n mooie streek woont. Het zal er vast niet vaak van komen, omdat jullie altijd zo druk zijn met het huis verbouwen en het land bewerken. Ik heb eigenlijk ook relatief weinig gezien van Puglia. Als wij bij jou zijn is het meestal midden in de zomer en blijven we liever op een plek, in de buurt van het strand. Deze zomer wordt dat anders. We gaan eind juli wandelen langs de kust van Puglia. Ik verheug me daar enorm op. Van Otranto naar het zuidelijkste puntje. Vroeg op, want anders wordt het te warm. Eigenlijk is het beter om zoiets in het voor- of najaar te doen, maar we wagen het erop. We hebben tenslotte steeds de zee aan de linkerhand, om in te springen als het te bar wordt. Jammer dat het nog zo lang duurt.
liefs
Karin
Stracciatella
Voor 4 personen
Ingrediënten:
- bouillon – 2 liter, het liefst zelf getrokken, anders van een blokje
- eieren – 4
- Parmezaanse kaas – 80 gram
- nootmuskaat – een halve theelepel, geraspt
- citroenrasp – van 1 schil
- bloem – 1 eetlepel
- zout, peper – naar smaak
- peterselie – een handvol, fijngehakt
Aanwijzingen:
Doe de eieren in een kom, samen met de kaas, nootmuskaat, citroenrasp en meel en klop alles goed door elkaar met een garde. Breng de bouillon aan de kook. Giet het eiermengsel in de kokende bouillon en mix alles -weer met een garde- goed doorelkaar, tot het ei stolt. Strooi de peterselie erover en serveer heet.
Weer een mooi verhaal, goed voor het volgende boek!