Kappertjes zijn bloemknopjes die groeien aan de kapperjesplant, de capparis spinoza. Ik pluk ze zelf, althans daar begin ik mee maar het gaat gauw vervelen. Na een paar dagen in zout te hebben gestaan kun je ze eten. Je komt de plant hier overal tegen. Hij groeit tussen stenen en soms zijn er hele stadsmuren mee gedecoreerd. De kappertjesbloemen zijn wulps en prachtig. Kappertjes zijn erg gezond, vanwege hun hoge quercetine (een antioxidant)-gehalte.

Petto di pollo ai capperi – Kipfilets met kappertjes

Voor 4 personen

Ingrediënten:

  • kipfilets – 4
  • bosuitjes – 4
  • bleekselderij – 1 stengel
  • witte wijn – 1 half glas
  • Spaanse peper – 1
  • bloem – een paar eetlepels
  • zout, peper
  • olijfolie – 3 eetlepels
  • kappertjes – 2 eetlepels

Aanwijzingen:

Leg de kipfilets tussen twee stukken vetvrij papier en sla ze met een zwaar keukenmes of ander zwaar voorwerp plat. Haal ze door de bloem en schud het overtollige eraf. Spoel de kappertjes af onder koud stromend water. Haal het groene gedeelte van de bosuitjes en hak de rest fijn. Was de selderij en snij de stengel eerst in de lengte doormidden en daarna in schijfjes. Haal de pitjes uit de Spaanse peper en snij hem in kleine stukjes. Verhit de olijfolie in een pan en bak de kipfilets aan beide kanten gedurende een paar minuten, tot ze kleur krijgen. Draai de vlam wat hoger, giet de wijn bij de kip en laat deze een paar minuten verdampen. Draai het vuur weer laag, haal de kipfilets uit de pan en hou ze apart. Doe de bosuitjes, de kappertjes, de selderij en de Spaanse peper in de pan en laat deze ongeveer 5 minuten koken in de saus. Doe de kipfilets terug in de pan, laat ze nog en paar minuten op smaak komen en serveer.