Ciao fratello,

Terwijl de regen en de wind om het huis gieren, denk ik terug aan een hartverwarmende middag in het Amsterdamse tropenmuseum. Vorige week bracht ik daar met mijn klas een bezoek aan een tentoonstelling over Brazilië. De kinderen kregen om te beginnen de enige echte Braziliaanse teenslippers aan en werden vervolgens meegenomen door drie jonge Brazilianen met wie ze op pad gingen door een kunstenaarswijk ergens in Pernambuco, een staat in het noordoosten van Brazilië. Ze dansten de Frevo, trommelden de Maracatu, bakten traditionele kaasbroodjes (het recept stuur ik je), maakten kunstwerken van plastic flessen en resten afval van een T-shirtfabriek, waren kortom twee uur volkomen van de wereld. Toen we aan het eind van de middag het gebouw uitliepen, op zoek naar de tramhalte, knipperden we met onze ogen: waren we echt weer terug in Amsterdam? Het Tropenmuseum is het leukste museum van Nederland en mag nooit sluiten.

Liefs

Karin

Carissima sorella mia,

Wat een leuk verhaal! Ik heb persoonlijk iets andere herinneringen aan het tropenmuseum, want toen ik daar als heel jong ventje door oma en opa mee naar toe werd genomen hing er bij de ingang een reusachtige, gruwelijke foto van hongerende kinderen -ik denk in het kader van een inzamelingsactie. Ik was zó van de kaart dat ik er nooit meer naar toe wilde. Pas vorig jaar kwam ik er weer eens, op aandringen van Anna, en het is inderdaad heel erg leuk en interessant, al zal ik die uiterst deprimerende eerste ervaring nooit vergeten.

Hier in Puglia moet weer eens een kamer worden bijgebouwd, bij het kleine trullo’tje, waaraan ik al eerder een badkamer heb getimmerd. Wel weer een interessant project: de bestaande muren van iets wat vroeger waarschijnlijk een varkenshok was, hogen we op met strobalen. Die worden tegenwoordig steeds vaker gebruikt als bouwmateriaal, want ze zijn licht, goedkoop, duurzaam en geweldig isolerend. Je stapelt ze in een mum van tijd op elkaar, smeert er een laag stukwerk overheen en klaar is je muur. Het is er ook het juiste moment voor: overal wordt de ‘grano duro’, de harde tarwe, geoogst. Ik zag vandaag pas voor het eerst wat een schitterende plant dat eigenlijk is: een grote halm met dikke, lange zwarte haren. Tonino liet zien hoe de halmen worden gebundeld zoals dat van oudsher wordt gedaan. Hij knoopt een paar halmen aan elkaar en daarmee bindt hij een grote bos halmen samen. Ik probeerde even een korrel te eten. Inderdaad: keihard. Er reed een grote machine over het land. Het leek of hij het graan opat en aan de achterkant weer uitscheet. ‘Wat vroeger dagen handwerk kostte doet hij in een paar seconden’, zei Tonino. ‘Hij maait en dorst het graan en maakt het ook nog schoon’.  Ik begreep nu dat wat de machine uitspuugt, dat stro is waar weer een andere machine later pakketjes van perst. En van die pakketjes bouwen wij een kamer.

Tanti baci,

Frans

Pão de queijo – Braziliaanse kaasbroodjes
Voor ongeveer 15 kaasbroodjes

Ingrediënten:

  • tapiocameel – 500 gram
  • oude kaas – 500 gram
  • eieren – 5
  • olijfolie – 80 ml
  • melk – 160 ml
  • zout en peper
  • bakpoeder – 1 zakje

Aanwijzingen:

Warm de melk op in een pannetje. Niet laten koken! Doe meel, kaas, bakpoeder, olijfolie en wat zout en peper in een kom en roer door elkaar. Breek een voor een de eieren erbij en roer ze door het meel met een garde. Kneed alles tot een soepele bol deeg, dat niet aan je handen mag blijven plakken. Leg de bol in een kom, doe er wat vershoudfolie overheen en laat het deeg een half uur in de koelkast staan.

Zet de oven op 250 graden (bij een heteluchtoven op 220 graden) en leg bakpapier op de ovenplaat.

Haal het deeg uit de koelkast, maak er ballen van (formaat gehaktbal) en leg die op de ovenplaat. Bak de broodjes in ongeveer 20 minuten af.

Serveertip: je kunt de broodjes beleggen met sla, tomaten en komkommer. Of je kunt de broodjes dippen in salsasaus. Bom apetite!