Ciao fratello,

Toen het weerbericht de laatste dag van een vorstperiode aangekondigde, besloot ik op de valreep erwtensoep te maken. Het is leuk werk, want de soep wordt iedere keer weer anders. Ik raadpleeg geen recepten, ik doe maar wat en dat is eigenlijk altijd goed. Deze keer liet ik 500 gram erwten met een flink stuk schouderkarbonade (volgens de slager ‘het eindstuk van de karbonade’) gaar koken in twee en een halve liter water en twee paddenstoelen bouillonblokjes (ongeveer twee uur). Toen heb ik de kleingesneden groente (prei, wortel, selderijknol en peterselie) in olijfolie gesmoord, en er wat gemalen komijn, Spaanse peper en een snipper knoflook bij gedaan. Met een deel van de bouillon heb ik de groente nog even verder laten garen, maar zo kort dat ze nog wel een beetje knapperig bleven. Daarna de rest van de bouillon erbij, vlees in kleine stukjes gesneden, rookworstje er bij en ik had voor twee dagen een complete maaltijd. Bestaat er een Italiaans variant van erwtensoep?

Liefs

Karin

Carissima sorella mia,

Hartelijk dank voor je snertrecept! Ook in Italië wordt erwtensoep gegeten, maar dan van verse doperwtjes: piselli. Maar dat is een lenteverhaal, dus dat stuur ik je als het zo ver is. Echte winterkost is ‘pasta e fagioli’, dikke bruinebonensoep met pasta of soldaatjes erin.

Gisteren hadden we onze vrienden Nico en Lucia uit Bari te eten. Ik had mijn best gedaan, dus we zaten flink te schransen en waar ging het gesprek over? Inderdaad: ‘Wat gaan we morgen eten?’ Nico, die nog geen ei kan koken, was heel trots dat hij een gek recept kende: sinaasappelsoep. Heel simpel. Je snijdt een sinaasappel met schil en al met een vlijmscherp mes of met een mandoline in flinterdunne plakjes, en doet die in een soepkom. Kokend water erbij en een scheutje olie. Peper en zout, en eventueel wat oud brood. Klaar. Ik vond het helemaal niet aantrekkelijk klinken, maar een Italiaan vergist zich niet snel als het over eten gaat, dus heb ik het gemaakt en het is heerlijk! Ik zou misschien liever de sinaasappel eerst schillen en het wit eraf te halen, want dat is een beetje bitter. Maar er zijn mensen (zoals Nico) die daar helemaal geen moeite mee hebben. Als je echt eens iets bijzonders voor je gasten wilt maken, dan is het heel geschikt. Lucia, in tegenstelling tot haar man een vat vol culinaire kennis, is een boekje met sappige verhalen en recepten uit de Barese keuken aan het schrijven. De titel is: Sale q.b. (quanto basta) oftewel ‘zout naar smaak’. De simpele, maar heerlijke salade die ze uit haar boekje citeerde geef ik hieronder.  Verder volop zon hier. Het jachtseizoen is gesloten, dus het geknal is afgelopen en we horen alleen het getsjilp van de overlevenden die zich opmaken voor de lente. Ze moeten nog heel even geduld hebben, maar hij komt eraan!

Tanti baci,

Frans

Insalata di finocchio con acciughe ed arance – Venkelsalade met ansjovis en sinaasappel

Voor 4 personen

Ingrediënten:

  • venkel – 2 knollen
  • sinaasappel – 1
  • ansjovisfilets – 4, uit blik of potje
  • olijven – een handvol, ontpit
  • 3 eetlepels olijfolie
  • zout en peper – naar smaak

Aanwijzingen:

Snij de onderkant van de venkelknollen en haal eventueel de buitenste bladeren eraf als ze niet zo heel mooi zijn. Snij de knollen doormidden, leg ze met de platte kant naar beneden op een plank en snij ze in heel dunne plakjes. Hou het groen apart, voor later als versiering. Schil de sinaasappel zorgvuldig, zodat er geen witte schil meer op zit. Snij ‘m dan in dunne plakken. Hak de ansjovisfilets fijn. Doe alles bij elkaar in een ruime kom of platte schaal, schep voorzichtig door elkaar en giet er een scheut olijfolie over. Zout en peper QB.