Ciao fratello,
Al heb je echt helemaal niets meer nodig in de keuken, je gaat in de maand december toch twijfelen. Welke kranten of tijdschriften je ook open slaat: de keukencadeaus zijn onontkoombaar. Wat dacht je van een soeplepel die rechtop kan staan? Of van een felgekleurde keukenmachine? En dan die design ‘slowcooker’, een moderne variant op de Römertopf. Met name door dit laatste snufje leer ik mezelf genadeloos kennen. Ik veracht de Römertopf hartgrondig, maar hoe langer ik naar die slowcooker in de bladen kijk, hoe nieuwsgieriger ik word. En hoe onmisbaarder hij lijkt. Ik sluit niet uit dat ik ‘m tegen beter weten in op mijn verlanglijst zet. Wat heerlijk dat jij ver van al deze gekte tussen druiven en olijven woont. Maar ik ga je toch een kerstcadeautje sturen. Iets dat wèl onmisbaar is: een platte garde van kunststof. Met dit handige mixertje klop je in een oogwenk de lobbigste vinaigrettes en de schuimigste melk voor een capuccino. Sneller en beter dan een gewone garde, en beschadiging van de binnenkant van pannen of slakommen is uitgesloten. Ideaal. En zo plat, ik denk dat ie door de brievenbus kan. Al heb jij zelfs die niet.
liefs
Karin
Carissima sorella mia,
Omdat ik hele dagen als een spreeuw in de olijfbomen doorbreng, deed Anna iets voor mij waarvan ze al bijna vergeten was hoe het moest: koken. En ik herontdekte de geweldige kokkin die zij is. Niets is fijner dan een Italiaanse, speciaal voor jou klaargemaakte maaltijd op tafel te vinden, vooral wanneer je in de frisse najaarslucht uren met enorme netten hebt lopen slepen, met zware kratten hebt gesjouwd en in onmogelijke posities op een ladder hebt gestaan om ook die kleine, maar vette zwarte jongens die hoog boven je in de boom hangen eruit te kammen. Gelukkig kent Anna ook in de keuken geen middenweg: zij geeft zich helemaal. De eerste dag maakte ze niet alleen pasta e fagioli, maar trok ook het pastamachientje uit de kast om deze specialiteit uit Veneto met verse pappardelle te maken. Ik kende het gerecht alleen met croutons, maar dit was een sensatie. De dag daarna maakte ze risotto. Ik dacht dat ik die nu toch wel zo’n beetje beheerste, maar uit haar hoge hoed smaakte hij toch nèt weer een beetje anders; authentieker. Het vereist studie om de Italiaanse kookkunst, die al generaties lang wordt doorgegeven, te evenaren. Anna is behoorlijk kritisch over haar moeder, maar op het gebied van koken beschouwt ze haar als een autoriteit. Daarom was ze zelfs een beetje zenuwachtig toen ze de derde dag gnocchoni ripieni op tafel zette. Ze had zulke goeie herinneringen aan deze door haar moeder bedachte ovenschotel, dat ze hem nooit had durven namaken. Met mijn eigen rode wijn erbij –die nu net op dronk is– raakte ik langzaam in een gelukzalige roes. Anna kent die staat maar al te goed en vindt dat ik met die rode blosjes op mijn wangen op een Alpenherderinnetje lijk en dat mijn gedrag steeds eigenaardiger wordt, want zij noemt mij dan Dr. Jeckyll en Mister Heidi. Het deert me niet, ik ben gelukkig. Tot alles bereid en tot niets meer in staat.
Tanti baci,
Frans
Ingrediënten:
- bloem – 390 gram
- olijfolie
- melk – 1 liter
- aardappelen – 1 kilo
- ei – 1
- nootmuskaat
- saucijzen – 300 gram
- tomaten – 1 blik, (klein gesneden)
- knoflook – 2 tenen, gesnipperd
- salie – 1 eetlepel , fijngehakt
- rozemarijn – 1 eetlepel, fijngehakt
- zout, peper
- Parmezaanse kaas
Aanwijzingen:
Maak een bechamelsaus met 40 gram bloem, 1 dl olijfolie, ½ liter melk en een snufje zout, en laat die afkoelen. Maak de vleessaus door de inhoud van opengesneden saucijzen kort op hoog vuur aan te bakken. Daarna knoflook, salie en rozemarijn erbij en deze iets zachter mee laten bakken tot ze lichtbruin zijn. Zout en peper naar smaak. Doe de tomaten erbij en laat alles een half uur op laag vuur pruttelen tot je een dikke saus hebt. Laat ook deze saus afkoelen. Kook de aardappelen in de schil gaar, laat ze afkoelen, haal de schil eraf en maak ze met een stamper of aardappelknijper fijn. Doe deze puree in een kom of op een werkblad en meng er de bloem, het ei, het zout en de nootmuskaat doorheen. Je krijgt nu een homogeen, kneedbaar deeg. Maak hiervan een worst van ongeveer 6 à 7 cm doorsnee. Snij van deze worst zo’n twaalf schijven van ongeveer 3 cm dik en leg ze naast elkaar in een ingevette, ovenvaste schaal. Neem een klein glas of bijvoorbeeld een zoutvaatje en druk daarmee een kuiltje in de schijven zodat het een soort kommetjes worden. Schep ieder kommetje voor de helft vol met vleessaus en vul ze vervolgens met béchamelsaus. Teveel saus kun je er gewoon bij gieten. Besprenkel alles met een ruime hoeveelheid geraspte Parmezaan en zet de schotel ongeveer twintig minuten in de oven op 180 graden.