Ciao fratello,

Dit weekend had ik te weinig tijd voor werkelijk alles! Alleen de NRC scrypto is af. Maar misschien zit ‘m daar wel de kneep.

Van de lente word ik niet alleen vrolijk, maar ook bloednerveus, want wat moet er niet allemaal de grond in? En de grond uit ! Mijn vorige week geschoffelde akkertje zag alweer lichtgroen van het onkruid. Ik ben benieuwd of we de komende weken op tv te zien krijgen hoe Maarten ’t Hart in zijn moestuin de lentestress trotseert (maandags om 7. 20 u op Ned 2). Het lijkt me een man die over het algemeen niet gauw gek is te krijgen. Ik hoop iets van ‘m te leren.  Ik ben wel al erg tevreden over het rijtje rijshout, waarlangs de doperwtjes straks hun weg moeten gaan vinden. Nu nog geen kiempje te zien, maar die keurige rijtjes takken alleen al geeft pure voldoening. Verder heb ik roze en witte cosmea en lichtgele scabiosa gezaaid. Misschien te vroeg, maar het is zulk ideaal weer: zelfs de peer en de kers staan al in volle bloei.

En er moest natuurlijk ook nog gekookt worden. Lam werd het. Met aardappelpuree en een soort compote van pruim, abrikoos en ui. En als groente had ik asperges. Maar daar trap ik niet meer in. De natuur mag dan drie weken vóór lopen, de asperges waren waterig en smaakten naar niks. Ik wacht nu gewoon tot het mei is. Lekker rustig.

Liefs

Karin

Carissima sorella mia,

Ja, nu ik inmiddels een boer van middelbare leeftijd ben geworden, denk ik inderdaad dat het meer zoden aan de dijk zet om je moestuintje gezaaid, gemest en geploegd te hebben, dan alle letters van Steenhuis’ hersenkronkels in de juiste vakjes te hebben geplaatst. Alleen: wat is de laatstgenoemde bezigheid oneindig veel minder vermoeiend!

Ik stond juist gisteren nog met Anna bewonderend Tonino’s gigantische artisjokkenplanten in de vallei achter zijn huis te bekijken en complimenteerde hem met zijn weelderige gewassen. Hij deed er een beetje luchtigjes over zo van: ‘Het mag geen naam hebben’, maar ik voelde hoe trots hij was, toen we hem prezen en ik weet ook hoe hard hij gewerkt heeft om al die keiharde rode aarde zo mooi rul omgeploegd en vrij van onkruid te krijgen.  Tonino heeft een enorm stuk land. Links ligt de wijngaard met de net gesnoeide druivenplanten in regelmatige lijnen als een regiment soldaten in slagorde. Daarnaast het veld met die prachtige artisjokkenplanten, die nu al zo hoog zijn dat er wel kunstmest aan te pas gekomen moét zijn. Dan een veld vol lupine. Dat is een zogeheten ‘groenbemester’, een plant die wordt gebruikt om de aarde te her-bemesten als er een tijdlang dezelfde gewassen op zijn verbouwd en veel voedingsstoffen uit de grond zijn gehaald. Bovendien worden de bonen van lupine veel gegeten als knabbeltje bij de borrel, waarbij ik moet aantekenen dat Fikkie op mijn portie kan rekenen. In het rechter vak van Tonino’s landerijen staan rijen vol  piselli: doppertjes. Je kunt ze rauw eten en dan zijn ze zoet, fris en knapperig en gekookt nog lekkerder. Ik weet zeker dat Maarten ’t Hart ze ook verbouwt! Koop ze alleen als hun steeltjes nog groen zijn! Daarnaast is er dan nog een veld vol tuinbonen, de ‘fave’, het symbool voor zowel de armoe als de rijkdom van Puglia. Armoe omdat tuinbonen in het feodale tijdperk jarenlang bijna het enige voedsel was dat de boeren (en beesten) te eten kregen, en rijkdom omdat fave een hoge voedingswaarde hebben en ook nog eens erg lekker smaken. Je kunt er een scala aan leuke gerechten mee maken. Die peulen groeien niet in huis, zou Steenhuis zeggen.

Tanti baci,

Frans

fave alla menta – tuinbonen met kruizemunt

Voor 4 personen

Ingrediënten:

  • tuinbonen – verse, 1 kilo
  • ontbijtspek – gerookt, in kleine dobbelsteentjes
  • ui – 1 halve
  • kruizemuntblad – 15 gram
  • peterselie – 20 gram
  • zout, peper
  • bouillon – 250 ml
  • witte wijn – 100 ml
  • olijfolie – 2 eetlepels

Aanwijzingen:

Haal de tuinbonen uit hun grote schil. Maak aan de zijkant een inkeping met je nagel en knijp de bonen uit hun tweede schil (dubbeldoppen). Hak de peterselie en de ui heel fijn. Verhit twee eetlepels olijfolie laat  er de blokjes ontbijtspek, de ui, de peterselie en de muntblaadjes in fruiten tot de ui zacht en gekleurd is. Doe er dan de tuinboontjes bij, laat op temperatuur komen en blus af met de witte wijn.  Zout en peper naar smaak erbij en ongeveer 20 minuten laten sudderen terwijl je af en toe wat bouillon toevoegt. De kooktijd hangt een beetje af van de grootte en de versheid van de tuinbonen. Serveer de tuinbonen met wat muntblaadjes eroverheen gestrooid.