Ciao fratello,

Voor het eerst heb ik kweeperen aan dat schattige, kleine boompje voor het huis. Grote, bonkige, gele peren, beetje viltig van schil. Haast een te grote vracht voor dat iele boompje. Ik heb ze geplukt en op de fruitschaal gelegd en vroeg me vervolgens af: kwee, wat moet ik ermee? Je kunt ze niet rauw kunt eten, en ze zijn rottig te schillen, meer wist ik er niet van. Maar er moet toch ook iets leukers te melden zijn over de kweepeer?

Ik sloeg er mijn kookboeken op na, keek bij quince en vond inderdaad allerlei recepten. Mee stoven met een stuk vlees was daarvan een van de eenvoudigste, en dat ga ik ook zeker een keer proberen. Je kunt er ook membrillo van maken, las ik, een Spaanse delicatesse die vooral lekker smaakt bij schapenkaas. Ik vond een recept voor appeltaart met kweepeer, en voor een soort gelei van kwee, lekker in de yoghurt. Eigenlijk allemaal aardige recepten, maar geen een waarvan ik meteen zin kreeg om het te maken. Maar ineens las ik: je kunt ze ook op een schaal leggen en in de kamer zetten. Vooral als het een beetje warm is, zal zich een heerlijke geur verspreiden. En dat is dus precies wat ik met mijn kweeperen ga doen. Voorlopig.

liefs

Karin

Carissima sorella mia,

Gekke naam, kweepeer. Hier heet ie “melo cotogno”, wat zoiets als katoenappel betekent. Dat kan ik nog begrijpen, want zijn schilletje lijkt inderdaad van een soort stof te zijn gemaakt, maar kwee…kweenie. We hebben een grote boom voor het huis die het panorama op de vallei nogal belemmert maar hij is te mooi om hem weg te halen. Hij hangt nu vol met kweenies en het is niet raadzaam om eronder te gaan zitten want als er een op je kanis valt heb je een schedelbasisfractuur. Die membrillo is de Spaanse variant van wat hier “cotognato” heet. Een soort rulle, gelei-achtige substantie met een lekkere fris-zoete smaak. Even een werkje om te maken maar fantastisch als broodbeleg of vulling van taarten en koekjes. Onze bakker Giuseppe in Ceglie verkoopt een soort met cotognata gevulde envelopjes van knapperig deeg zonder suiker: een geniale combinatie. Ook kun je van melocotogno een verukkelijke likeur maken. Ik heb inmiddels genoeg zelfgestookte alcohol om de hele boom op sterk water te zetten en neem wat voor je mee als ik naar Nederland kom. Ik herinner me een gebeurtenis waar ook Anna het nog steeds over heeft: de dag dat ik ons moedertje kwaad kreeg. Dat is normaal gesproken echt moeilijk. Ik heb er, vooral als puber, echt alles aan gedaan maar zij bleef tot mijn woede altijd vrolijk en goed geluimd. Alleen die keer, toen ik het helemaal niet wilde barstte de bom. Zij had een hele namiddag gewerkt om het sap uit kweeperen te winnen. Daarvoor moesten ze geschild worden (een hel) en ontpit (vagevuur). Vervolgens moesten ze nog uren koken. Het resultaat was een nogal groezelig uitziend sapje wat ze in een pannetje op het fornuis zette teneinde het in een later te maken recept te gebruiken. Toen ik de volgende morgen de keuken ging schoonmaken zag ik dat pannetje en om maar meteen een goed begin te maken flikkerde ik de inhoud zonder complimenten in de gootsteen. Ma zag het. Ik geloof werkelijk dat ze mij op mijn gezicht wilde slaan en daarom als oversprongbeweging de tuin invluchtte, waar ik haar excuses prevelend weer uit moest halen.

Tanti baci,

Frans

Fagottini ripieni di cotognata – koekjes gevuld met kweeperengelei

Ingrediënten:

  • Voor de cotagnata:
    • kweeperen – 2 kilo
    • suiker – 2 kilo
    • citroensap – van een citroen
    • kaneel – 1 theelepel
  • Voor het koekjesdeeg:
    • bloem – 1 kilo
    • olijfolie – 200 gram
    • witte wijn – 1 glas
    • zout – 1 theelepel

Aanwijzingen:

Maak eerst de cotognato.  Kook de kweeperen in ruim kokend water tot ze gaar zijn (ongeveer 40 minuten). Laat ze in hun kooknat afkoelen. Haal de schil eraf en draai ze door de roerzeef. Doe de puree die nu is overgebleven in een pan met een dikke bodem en voeg de suiker toe. Breng aan de kook en laat onder voortdurend roeren ongeveer 20 minuten koken. Roer er de citroensap door en de kaneel. Giet het mengsel op een aardewerken schotel en laat 24 uur afkoelen. Zet de schotel een paar uur in een oven op 50 °C met de deur een beetje open. Laat afkoelen.

Maak het koekjesdeeg: Doe het meel in een kom en roer er de olijfolie, de witte wijn en het zout doorheen. Kneed de massa tot een soepel deeg en maak er  met de deegroller lap van, van een paar mm dik. Leg op de lap kleine hoeveelheden cotognato, op gelijke afstand van elkaar. Druk met een omgekeerd glas rondom de kweeperenhoopjes en vouw de zo ontstane rondjes dicht tot halve maantjes. Verwarm de oven op 180 °C . Vet een bakplaat in en strooi er wat meel over. Leg de koekjes erop en bak ze gedurende ongeveer 20 minuten tot ze licht goudbruin zijn.