Ciao fratello,

Ben je weer hersteld van die gemene griep? Ik ben het weekend zoet geweest met het laatste nummer van Jamie Olivers tijdschrift. Daar heb je d’r weer, zul je denken, maar deze aflevering gaat helemaal over Italië! Er staat nota bene een verhaal in over de saltimbocca alla romana waarover ik je laatst schreef! Het zal wel ‘in the air’ zijn. Ik heb het hele nummer gespeld, en er meteen een recept uit gemaakt: risotto met wortel en mint. Zo simpel, dat ik dacht – terwijl ik het aan het maken was- gaat dit eigenlijk wel lekker worden? Vier worteltjes in plakjes snijden, even in olie met knoflook aanbakken, en dan met een paar blaadjes mint en een scheut witte wijn een paar minuten laten garen. Ondertussen de risotto maken en na tien minuten de worteltjes erbij doen. Zou dat niet gewoon heel saai smaken? Je raad het al: het was geweldig. Wortel en mint blijkt een prima combinatie, en de risotto die ik op tafel zette was kleurrijk en fris: een ultiem lentegerecht. Verder las ik in Jamie hoe je kinderen vegetarische cannelloni kunt leren maken en waar je beslist moet eten als je naar Rome gaat.

Liefs

Karin

Carissima sorellina mia,

Nee, dat was geen grapje, dat griepje. Daar was ik maar liefst twee weken zoet mee. Ik heb nog steeds een irritant hoestje en mijn humeur is er ook niet beter op geworden. Om wat op te vrolijken ging ik met Anna een ‘americano’ (een dubbele espresso in een grote kop) bij onze favoriete bar-pasticceria in Ceglie drinken. Als je daar binnenkomt heb je eerst rechts de vitrine met een stuk of tien verschillende soorten ijs in allerlei kleuren. Dan komt er een gedeelte met alle taarten en taartjes die de banketbakker heeft gebakken: behalve de grotere taarten zoals ricotta- of chocoladetaart, is er ook een hele afdeling met een soort petit-fourtjes: kleine soesjes met pudding of met chocola, bladerdeeg- gebakjes in de meest uiteenlopende vormen, baba’s met rum, zuppa inglese, het is te veel om op te noemen. Op zondag bestaat hier de goeie gewoonte om bij vrienden te gaan eten en dan een assortiment van die kleine taartjes mee te nemen. De laatste vitrine ligt helemaal vol met zelfgebakken croissants. Je kunt ze ‘vuoto’ krijgen, dus met niks er in, maar je moet vooral de gevulde eens proberen: met chocola, bosvruchten- of abrikozenjam. Of met ‘crema’, een soort pudding. Die banketbakkersroom –want zo heet crema in Nederland– kun je ook gebruiken voor een erg lekker Venetiaans toetje. Toen Anna maar hardop bleef mijmeren over hoe lekker haar moeder dat altijd klaarmaakte, wilde ik het ook eens proberen. Halverwege het kookproces bevond ik mij vloekend en tierend in de keuken met een bak vol gele klonten die op geen enkele manier meer handelbaar waren. Ik stond op het punt om de hele handel met pan en al in de vuilnisbak te flikkeren, maar Anna belde haar moeder in Padova om te vragen hoe het nu verder moest: ‘Hou vol, blijven roeren, je kunt het!’ riep mijn verre coach  en tot m’n stomme verbazing veranderde de weerbarstige massa uiteindelijk inderdaad in ‘crema’.

Tanti baci,

Frans

Crema fritta – Gebakken banketbakkersroom

Ingrediënten:

  • melk – 1/2 liter
  • suiker – 100 gram
  • bloem – 85 gram
  • citroenschil – 1
  • eierdooiers – 4
  • vanillesuiker – een zakje
  • boter
  • paneermeel
  • een mespunt zout

Aanwijzingen:

Breng de melk zachtjes aan de kook met de citroenschil. Klop de eieren in een andere pan, met de suiker en het zout, gedurende twee minuten. Roer er de vanillesuiker door en voeg via een zeef ook het meel toe. Meng alles goed met de garde tot je een glad mengsel zonder klontjes hebt. Haal de citroenschil uit de melk, en schenk de melk –stevig roerend- bij de eieren en de suiker. Zet nu de pan op het vuur en breng alles onder voortdurend roeren aan de kook en laat 5 minuten doorkoken. Blijf roeren met een houten lepel. Schenk de crema uit op een marmeren plaat of op een groot bord. Maak een min of meer rechthoekige vorm van ongeveer een twee centimeter dik. Laat afkoelen en zet minstens drie uur weg in de ijskast. Snij de koude crema in vierkantjes of ruitjes. Haal ze door het paneermeel en bak ze in de hete boter tot ze goudbruin zijn.