Ciao fratello,

Het is nu bijna niet meer voor te stellen, want vandaag heb ik in een heerlijk lentezonnetje  de vlinderstruiken staan terugsnoeien, maar vorige week lag hier nog een dik pak sneeuw.

En in dat hele dikke pak sneeuw vond ik precies de stronk boerenkool waar ik naar op zoek was. Ik stuur je er een foto van, want ik heb dit triomfantelijke moment laten vastleggen. 

Voor het radioprogramma Mangiare ga ik een leuk nieuw kookboek over groente bespreken en daar stond een recept in voor ‘chips van boerenkool’. Op de markt verkochten ze gek genoeg alleen maar schoongemaakte en voorgesneden boerenkool, en dat kun je nou net niet gebruiken. Je hebt hele bladeren nodig, die je dan in plukjes scheurt. Mengen met olie, azijn en zout, vijf minuten op een bakplaat in de oven en klaar is Kees. ‘Een ode aan groenten’ heet het boek, en het is geschreven door Alice Zaslavsky. 

Liefs

Karin

Carissima sorella mia,

Gefeliciteerd met die indrukwekkende bloemkoolstronk, waar bovendien ‘’de kou goed overheen is geweest”, zoals onze oma zaliger het gezegd zou hebben.  Er zijn weinig dingen die zo’n gevoel van rijkdom geven als een moestuin, vind je ook niet? In die van ons, waar Anna wekenlang heeft lopen ploeteren is het succes zo enorm dat het eigenlijk een beetje de spuigaten uitloopt. We hebben gewoon teveel!  Een deel van de enorme berg bloemkolen in allerlei opwindende kleuren kon ik blancheren en invriezen, maar ik bleef met grote hoeveelheden cavolo nero, savooikool, venkel, broccoli en selderie zitten. En elke dag minestrone of stamppot gaat vervelen.  Eigenlijk toevallig kwam ik op het idee om ook eens te proberen zuurkool te maken. Je kunt dat behoorlijk lang bewaren, het is gezond en lang niet vies. “Zelf zuurkool maken” levert op google natuurlijk een overrompelende hoeveelheid recepten op en ik was verbaasd hoe simpel het eigenlijk is. En ik leerde al surfend dat je nog veel meer groenten op dezelfde manier kunt behandelen. Zo sneed ik bijvoorbeeld vol enthousiasme alle bloemkoolbladeren die overbleven in kleine reepjes en ook vond ik een interessant recept om bloemkoolstronkjes met sinaasappel te fermenteren. Het komt er op neer dat je de groente met water en zout in een pot (liefst met waterslot) doet en dan rustig wacht tot alles de juiste smaak heeft.  Het resultaat was een groot aantal potten in de trullokeuken die er eerlijk gezegd niet al te appetijtelijk uitzagen en waaruit een geur kwam die vooral door Anna met het allergrootste wantrouwen werd opgesnoven. De smaak van de  bloemkoolbladeren was na twee weken niet noemenswaardig veranderd en de bloemkoolstronkjes werden alleen maar wat zuurder dan voorheen en zullen voorlopig niet voorkomen in mijn top honderd van lekkere dingen.  Ik hou nog even vol, maar ik sluit niet uit dat ik binnenkort Anna gelukkig ga maken door de inhoud van alle potten met een zwierig gebaar in de plee te kieperen. Want “wat meurt wordt weggepleurd”, zoals onze oma zaliger het absoluut nooit gezegd zou hebben. 

Tanti baci,

Frans

crauti fatti in casa – zelfgemaakte zuurkool

Voor 4 personen

Ingrediënten:

  • witte kool – 1 kilo
  • mosterdzaad – 5 gram
  • zout – 22 gram

Aanwijzingen:

Maak de kool schoon en snij de harde kern eruit. Snij of schaaf de kool tot fijne slierten. Voeg het zout toe, meng het door de kool en laat het tien minuten intrekken. Meng, kneed en hussel tot de kool van kleur verandert en slap wordt. Voeg het mosterdzaad toe en doe alles in een glazen of aardewerken, afsluitbare pot. Druk de kool goed aan en zorgt dat hij onder zijn eigen vocht komt te staan. Leg een gewicht op de kool zodat hij bedekt blijft door het vocht. Je kunt een pot met een waterslot gebruiken (Dat is een pot met een deksel die lucht doorlaat en zo het gas laat ontsnappen wat vrijkomt bij het fermenteren) of een pot met een gewoon deksel wat niet is vastgedraaid. (anders ontploft de pot). Zet alles op een plek bij kamertemperatuur. Na twee a drie weken is de zuurkool geschikt voor consumptie