Ciao fratello,

Had ik je al eens geschreven over schooltraktaties? Negen van de tien keer krijgen juffen en meesters zo’n laffe Merci of nog erger: zeebanket. Maar deze keer ging een Engels jongetje de klassen rond en hij trakteerde op een onweerstaanbaar soort chocoladesnoep. Het was zelfgemaakt, zei hij, maar ik kon met geen mogelijkheid bedenken hoe. Het was zacht en taai tegelijk. Er zaten walnoten in, maar het was geen brownie. Het zag er loodzwaar uit, maar ik sloeg moeiteloos een flink brok achterover. Ik vroeg Magnus wat het was, maar hij kon het me niet vertellen. Een week later sprak ik zijn moeder aan en zij sprak het verlossende woord: fudge. Dat was het. Toen ik vroeg hoe ze het had gemaakt had, begon ze te lachen. ‘Ja, ik weet het, het maakt altijd vreselijk veel indruk. Maar het is zo eenvoudig, dat ik het bijna niet durf te vertellen. Het is in tien minuten gepiept. Het enige dat je nodig hebt is een magnetron’. Ik weet niet zeker of jij een magnetron hebt, maar ik geef je toch het recept omdat het inderdaad verbluffend makkelijk is. Ik weet zeker dat je Italianen –immers gek op zoet– versteld zal doen staan.

Liefs

Karin

Carissima sorella mia,

Fijn woord om uit te spreken, fudge. Ik ga het maken en ik zal niet vertellen aan de Italiaan aan wie ik het voorschotel, dat het een Engels recept betreft. Een interessant experiment. Vooral mijn vriend de boer Tonino wantrouwt meestal alles wat niet van eigen bodem is. Daar staat tegenover dat hij wel een magnetron heeft en ik niet, dus de proef gaat bij hem thuis plaatsvinden. Hij mag ook wel een beetje opgevrolijkt worden, want het carnaval dat hier ieder jaar met veel bombarie wordt gevierd, is deze keer letterlijk in het water gevallen. Nog nooit heb ik zo veel regenachtige dagen achterelkaar geteld en ik werd er zelf ook helemaal triest van. Nu begint langzaamaan de zon weer door te breken. Het carnaval wordt behalve met praalwagens in de straten, ook op de lagere school gevierd. Elke ochtend zie je ouders elfjes, Zorro’s, geraamtes en feeën naar school brengen. De klas is versierd met slingers en er wordt gedanst, toneel gespeeld en natuurlijk vreselijk veel gesnoept. Ik heb je wel eens een typisch Pugliees carnavalsrecept gegeven, maar voor Anna, die uit het noorden komt, is er maar één carnaval: dat van Venetië. En het dolce dat daar gegeten wordt, de ‘fritola’, vindt ze de allergoddelijkste droom die er bestaat. Als ze in die koude en natte februarimaand feestvierde, at ze fritole op straat om warm te worden, terwijl ze danste en haar ogen uitkeek naar alle bizzare verschijningen die er op de pleinen, bruggen en straatjes rondzwalkten. De fritole worden in verschillende afmetingen en met verschillende vullingen –bijvoorbeeld met zabaione– gemaakt. Een vrouw en alles wat daar (niet) aan vast zit wordt in Italië vanwege haar zoetheid, haar zachtheid en haar kwetsbaarheid wel eens liefkozend ‘fritola’ genoemd. Maar de Venezianen interpreteren dat iets anders en zeggen: ‘Te si ne fritoea’. Met andere woorden: ‘Je bent een zeurpiet’.

Tanti baci,

Frans

Chocolade fudge

Ingrediënten:

  • melkchocolade – 3 jumbo dikke repen
  • gecondenseerde melk – 1 ½ blikje
  • koffie – 3 eetlepels sterke
  • kaneel – een theelepel
  • walnoten – 150 gram

Aanwijzingen:

Rooster de walnoten even in een hete koekenpan. Brokkel de chocola in een grote kom, geschikt voor de magnetron. Schenk er de gecondenseerde melk bij en de koffie. Doe er ook de kaneel bij en zet een minuut in de magnetron op full speed. Haal de kom eruit, beetje roeren en nog een minuut in de magnetron. Nog eens roeren en als de massa nog niet soepel is, nog een minuut. Roer er op het laatst de walnoten doorheen.Bekleed een ondiepe (rechthoekige) schaal of een niet te groot bakblik met bakpapier en giet de chocolademassa erin. Laat afkoelen en snij er vierkante stukken van.

Fritole

Ingrediënten:

  • gist – 12 gram
  • bloem – 200 gram
  • rozijngen – 40 gram
  • pijnboompitten – 40 gram
  • gekonfijte vruchtjes – 40 gram
  • frituurolie of vet – 350 gram
  • suiker – 40 gram
  • poedersuiker – 16 gram
  • rum – 0,5 cl

Aanwijzingen:

Laat de gist oplossen in een kom met wat lauw water en de suiker. Doe de rum erbij en daarna het meel en meng alles door elkaar terwijl je zoveel water toevoegt (ongeveer 200 ml) dat er een niet te dik beslag ontstaat. Roer dit zo lang totdat er kleine belletjes in komen. Bedek de kom met een theedoek en laat het beslag rijzen op een warme plek. Als het volume twee keer zo groot is geworden de rozijnen, de pijnboompitten en de gekonfijte vruchtjes erdoor roeren. Maak kleine balletjes met een lepel en frituur deze in het hete vet. Strooi er de poedersuiker over.