Ciao fratello,

Ik stuur je een foto van het lekkerste toetje dat ik in lange tijd heb gegeten. Het was in Palais de Tokyo in Parijs. Je kunt daar niet alleen bijzondere tentoonstellingen zien, maar ook geweldig lekker eten. Het restaurant werd me aangeraden door Harriët, en uitgerekend met haar heb ik ooit een keer geprobeerd om precies dit lekkerste toetje te maken: ‘Mont Blanc’.

Het was destijds een dappere poging om iets te doen met alle tamme kastanjes die we rond haar huis in Frankrijk hadden gevonden. In het standaard werk ‘La cuisine pour tous’ stond een recept voor een taart van gekookte, gezoete en gepureerde kastanjes, waarvan je een hoge berg slierten moest draaien en die dan aftoppen met slagroom  -vandaar de naam.Het was een enorm karwei. Alleen al het pellen van de tamme kastanjes! We kookten ze in melk met suiker, draaiden ze tot moes in de keukenmachine en drukten de brei daarna door een pureeknijper. Het werd een prachtig bouwwerk, dat wel. Maar uiteindelijk hebben we het met pijn in het hart in de vuilnisbak gekieperd, want het was niet te eten. Veel te zwaar en te plakkerig. In Palais de Tokyo hebben ze er iets heerlijk luchtigs van weten te maken, door een klein beetje kastanjeslierten te combineren met brosse koekjes, mandarijnenijs en met eiwit opgeklopte slagroom. Ik was er niet opgekomen.

liefs

Karin

Carissima sorella mia,

Een kastanje is een gedistingeerde vrucht. “Una signora frutta” zeggen ze in Italië. En een signora is niet zomaar een vrouw maar een dame. Op het terrein waar we vroeger woonden en waar we nu de trullo verhuren, staan drie kastanjebomen. Ieder jaar brengt  Anna weer uren door onder hun steeds maar wijder wordende  takken. Ze peutert de glimmende, gladde bruine jongens uit hun stekelige basten, verzamelt ze in een grote mand en neemt en passantook de kastanjeboleetjes mee die onder de bladeren zijn gegroeid.  Eerst legt ze de castagne een paar dagen in de zon  te drogen en vervolgens decoratief in huis, in een mand of een grote schaal. Een kleine hoeveelheid roosteren we boven het houtvuur, maar het grootste deel blijft liggen. Na verloop van tijd drogen ze uit en worden dof en verschrompeld. We gooien ze in de tuin, in de hoop dat er een nieuw kastanjeboompje uit groeit. Ook ik begon ooit enthousiast met ze te koken en te pellen, maar daar kwam ik snel van terug.  Veel te veel werk. En op de een of andere gekke manier zijn ze in mijn gedachten lekkerder dan in werkelijkheid. Het komt waarschijnlijk doordat ik als kind een keer een zakje marrons glacés allemaal achter elkaar heb verslonden omdat ze zo heerlijk waren. Die smaak heb ik daarna nooit meer teug geproefd.

Jouw Mont Blanc nagerecht klinkt overigens ook niet verkeerd. Ik heb ooit kastanjetruffels gemaakt uit het kookboek van Bugialli: in melk gekookte en daarna gepelde en gepureerde kastanjes mengen met rum, suiker, cacao en boter. Daarna even door de cacao wentelen. Lekker, maar een beetje te droog. Als je ze ooit maakt, raad ik je aan de hoeveelheid rum te verdubbelen (in het recept staat: 5 eetlepels voor een kilo kastanjes). Morgen ga ik een jonge kastanjeboom planten op het terrein waar we nu wonen. Ik verzeker je dat er weinig dingen zo bevredigend zijn als het planten van een boom, maar volgens mij wist je dat al.

Tanti baci,

Frans

Castagne ubriache – dronken kastanjes

Voor 4 personen

Ingrediënten:

  • kastanjes – 1 kilo
  • rode wijn – minstens twee glazen
  • honing – 2 eetlepels
  • kaneel – 1 theelepel

Aanwijzingen:

Kerf met een scherp mesje een kruis in de puntige kant van alle (ongepelde) kastanjes. Rooster ze een kwartier tot twintig minuten boven een houtvuurtje in een ijzeren pan met gaatjes of in een anderszins geschikte pan. Zorg dat ze steeds in beweging blijven, zodat ze niet maar aan één kant gaar worden. Heb je geen houtvuurtje, maar wel een popcorn apparaat, dan is dat ook buitengewoon geschikt om kastanjes in te poffen.

Pel de kastanjes en haal ook het vezelige velletje eraf. Verhit ondertussen de oven tot 50 à 60 °C.

Doe de gare, gepelde kastanjes in een schaal en meng er honing en kaneel door.

Leg een schone theedoek in ovenschaal en doordrenk die met de wijn. Vouw de theedoek open, leg er de kastanjes in, vouw ‘m weer dicht en maak er een bundeltje van. Zet ovenschaal met doek en kastanjes een half uur in de oven. Serveer daarna de warme, dronken kastanjes als nagerecht of zomaar op een koude middag bij een kopje thee.