Ciao fratello,
Sommige mensen houden niet van artisjokken omdat ze het plukken van die blaadjes gedoe vinden, en geen raad weten met dat harige hart. Ik niet. Ik ben gek op artsjokken en op het geknutsel dat erbij hoort. Dus kocht ik op de markt prachtig mooie exemplaren en zocht naar een inspirerende bereidingswijze in ‘Vers uit de tuin’ – op dit moment mijn keukenbijbel. Ik vond zes leuke recepten, en bij het allereerste schrijft Sarah Raven nota bene dat het haar ‘favoriete recept in dit boek’ is. Van het hele boek dus! Nou, sneller kun je mij niet lekker maken. Dit recept -artisjokken met een saus van ei, ansjovis en verse kruiden, doet Raven denken aan Angelica, de kokkin van het huis dat haar ouders vroeger huurden in Asolo, aan de voet van de Dolomieten. Ik zag het meteen voor me, een well to do family rond de tafel, met Angelica in de keuken –schort voor– die pasta na antipasti klaarmaakt. Inmiddels weet ook ik dat de artisjok in combinatie met Angelica’s saus op z’n best smaakt. Volgens Raven moet je de afgegeten blaadjes in je tuin gooien, op plekken waar je geen onkruid wilt hebben. Mulchen heet dat. Maar dat gaat me nou net weer te ver.
Liefs
Karin


Carissima sorella mia,
Hier is het artisjokkenseizoen net weer een beetje voorbij. Er zijn twee periodes in het jaar dat de markt ermee vol ligt: van november tot januari en van maart tot mei. Ze worden verkocht met een groot deel van de stengel en een paar grote gekartelde bladeren er nog aan zodat je kunt zien hoe mooi zo’n artisjokkenplant eigenlijk is. Makkelijk te kweken als je genoeg grond hebt. Je kunt ze stekken door een blad van de moederplant af te scheuren en die in de grond te steken: na een paar weken heb je al weer een nieuwe jonge struik. In de buurt van Brindisi staan er velden mee vol. Omdat het artisjokkenseizoen wat het weer betreft een nogal wisselvallige periode is, wil de hele oogst soms nog wel eens letterlijk in het water vallen. En toen wij zelf een stuk of zeventig jonge planten in de grond hadden gezet, maakten we kennis met een ander probleem: er bestaat een bepaald soort muis die gangen onder de grond graaft, net als een mol. Hij zorgt dat hij precies onder de jonge artisjokkenplant uitkomt en knaagt dan vrolijk het hele wortelstelsel op. Op een gegeven moment deden we niets anders dan verdroogde jonge planten uit de grond trekken. Een zwart gaatje op de plaats waar ooit de wortels zaten vertelde ons dat de muis had toegeslagen. Je kunt er niet zo veel tegen doen, behalve gif strooien. Niet erg sympathiek. De man van de tuinwinkel die het verkoopt vertelt ons dat de muis een zachte dood sterft door vredig in te slapen, maar ik heb ook wel eens hele andere (gruwel)verhalen gehoord. Of je kunt doen zoals een bevriende boer deed: een stoel pakken, tussen de jonge aanplant gaan zitten met een dubbelloops jachtgeweer op schoot en zodra je iets ziet bewegen met een welgericht schot iedere muis aan flarden schieten. Hij was er dagen mee zoet. Mesjokke!
Tanti baci,
Frans
Ingrediënten:
- artisjokken – 1 per persoon
- eieren – 4 , hardgekookt en gepeld
- gemengde groene kruiden – 1 flinke bos(waarvan de helft peterselie, en de rest bijvoorbeeld bieslook, venkel, dille, oregano etc.)
- ansjovis – 2 blikjes filets, uitgelekt en fijngesneden
- olijfolie – 300 ml
- azijn – 3 el rodewijnazijn
- peper en zout
Aanwijzingen:
Kook de artisjokken in licht gezouten kokend water met een halve citroen (om ze fris van kleur te houden) in 30 tot 40 minuten gaar, afhankelijk van het formaat. Zet ze 5 minuten ondersteboven in de gootsteen en laat ze uitlekken en afkoelen. Prak de eieren grof met een vork en snijd de kruiden en ansjovis fijn met een scherp mes. Doe alle ingrediënten samen met de olie en azijn in een grote kom. Voeg wat zout toe (niet teveel want de ansjovisfilets zijn al zout) en flink veel gemalen peper. Geef iedereen een bord met daarop een artisjok plus voldoende ruimte voor een flinke schep saus. Zet ook een kom op tafel waarin iedereen zijn blaadjes in kan gooien.